Stel je voor dat je kunt leren van gemeenschappen waar mensen consequent langer en gezonder leven dan elders in de wereld. Dit is het fascinerende idee achter de zogenaamde ‘Blue Zones’ – regio’s waar opvallend veel honderdjarigen zouden leven en chronische ziektes zeldzamer zouden zijn. Maar klopt dit beeld wel? In deze blog vertel ik je meer over wat Blue Zones zijn, waar ze zich bevinden, wat we mogelijk van deze gemeenschappen kunnen leren – én waarom we de informatie kritisch moeten bekijken.

Wat zijn Blue Zones?

De term Blue Zones werd populair door Dan Buettner, onderzoeker en schrijver die samen met National Geographic op zoek ging naar gebieden waar mensen bovengemiddeld oud worden. In de Netflix-serie “Live to 100: Secrets of the Blue Zones” krijg je een visueel beeld van deze regio’s en hun inwoners. De gemeenschappelijke boodschap? Gezond, actief en sociaal leven loont.

Maar is het allemaal zo eenvoudig? De Blue Zones zijn vaak gebaseerd op demografische en anekdotische data uit de 20e eeuw – en dat maakt het verhaal complexer dan het op het eerste gezicht lijkt.

Waar vind je Blue Zones?

Er zijn vijf bekende Blue zones verspreid over de wereld:

  1. Okinawa, Japan: Okinawa staat bekend om zijn grote aantal honderdjarigen en een dieet rijk aan groenten en soja.
  2. Sardinië, Italië: In de bergachtige regio van Nuoro leven veel mannen die ouder dan honderd jaar worden.
  3. Ikaria, Griekenland: Op dit eiland hebben mensen de laagste percentages dementie en hartziekten. 
  4. Nicoya, Costa Rica: Bewoners van het Nicoya-schiereiland hebben een sterke gemeenschapszin en eenvoudig, plantaardig dieet.
  5. Loma Linda, Californië: Deze gemeenschap van Zevende-dags Adventisten leeft gemiddeld tien jaar langer dan andere Amerikanen, mede dankzij hun vegetarische dieet en sterke sociale netwerken.

Wat kunnen we leren van Blue Zones?

De gemeenschappelijke factoren die bijdragen aan de lange levensduur en gezondheid van Blue Zone bewoners kunnen ons waardevolle inzichten geven. Hier zijn enkele belangrijke lessen:

  1. Eet plantaardig en natuurlijk: Het dieet van mensen in Blue Zones is voornamelijk plantaardig, met veel groenten, peulvruchten, volle granen en noten. Vlees wordt in kleine hoeveelheden gegeten.
  2. Blijf bewegen: Regelmatige, natuurlijke beweging is cruciaal. Denk aan wandelen, tuinieren en lichamelijk werk, in plaats van intensieve sportsessies in de sportschool.
  3. Verminder stress: Elke Blue Zone heeft zijn eigen manieren om stress te verminderen, zoals middagdutjes, bidden of tijd doorbrengen met geliefden.
  4. Sterke sociale netwerken: Een hechte gemeenschap en sterke familiebanden dragen bij aan een langer leven. Sociale verbondenheid en steun blijken essentieel voor mentaal en emotioneel welzijn.
  5. Zingeving: Weten wat je levensdoel is, geeft richting en motivatie. Dit wordt ook wel ‘ikigai’ in Okinawa en ‘plan de vida’ in Nicoya genoemd.
  6. Matig eten: In Blue Zones eten mensen vaak tot ze ongeveer 80% vol zitten, wat overeten voorkomt en bijdraagt aan een gezond gewicht.

Maar, en dat is belangrijk: de wetenschappelijke basis van deze claims verdient nuance.

Kritische kanttekeningen bij het Blue Zones-verhaal

Er is toenemende kritiek op de onderliggende data en interpretatie van de Blue Zones. Zo wordt aangehaald dat er in sommige gebieden, zoals Okinawa, mogelijk sprake was van vervalste of onbetrouwbare data. Belgische professor Michel Poulain, die hielp bij het in kaart brengen van Blue Zones, deed degelijk werk – maar baseerde zich op lokale bevolkingsregisters die vaak stammen uit de pre-digitale tijd. En dat maakt ze gevoelig voor fouten of fraude.

Zo bleek in Japan dat pensioenfraude op grote schaal voorkwam: overleden ouderen werden soms nog jarenlang als levend geregistreerd. Dit ondermijnt de betrouwbaarheid van de demografische gegevens. Ook in andere landen is het moeilijk na te gaan of honderdjarigen wel echt zo oud waren als werd beweerd.

Daarnaast speelt mediale bias een rol. Het verhaal van een gezond, lang leven in een idyllisch dorp spreekt tot de verbeelding en verkoopt goed – maar het romantiseert ook, en negeert de complexiteit van veroudering, genetica en sociale ongelijkheid.

Wat kunnen we dan wél met het Blue Zones-concept?

Hoewel het bestaan van echte Blue Zones ter discussie staat, betekent dat niet dat de leefstijlprincipes die eraan worden toegeschreven waardeloos zijn. Integendeel, ze bieden waardevolle inspiratie:

  • Eet vers, gevarieerd en overwegend plantaardig. Breng kleur op je bord!
  • Vermijd overconsumptie. Denk hierbij aan de 80% ‘vol’.
  • Maak tijd voor regelmatige, lichte beweging. Ga wandelen, doe aan yoga of werk in de tuin.
  • Zorg voor rustmomenten. Neem dagelijks tijd voor ontspanning, meditatie of een kort dutje.
  • Investeer in je sociale netwerken. Breng tijd door met vrienden en familie, en bouw sterke, ondersteunende relaties op.
  • Zoek naar jouw levensdoel. Denk na over wat jou gelukkig maakt en wat je graag wilt bereiken in het leven.

Deze gewoonten zijn geen garantie voor een langer leven, maar ze dragen bij aan een hogere levenskwaliteit – en dat is minstens zo belangrijk.

Conclusie: Inspiratie zonder illusie

Blue Zones blijven een intrigerend fenomeen, maar het is belangrijk om ze met een gezonde dosis scepsis te bekijken. Niet alles is meetbaar of reproduceerbaar, en sommige verhalen zijn mogelijk te mooi om waar te zijn. De boodschap blijft echter waardevol: je kunt je levensstijl wél beïnvloeden, maar verwacht geen wonderen.

Je hoeft niet naar Sardinië te verhuizen of het geheim van Okinawa te ontrafelen. Kleine aanpassingen in je dagelijks leven kunnen al een wereld van verschil maken – en dat is misschien wel het échte geheim van een lang en gelukkig leven.